Händlerlinks
De tweede blik.
“Een herbestemming is geslaagd wanneer je kan zien wat het gebouw vroeger was”: indrukwekkende renovatie in Landau.
De tweede blik.
De tweede blik.
F_03 Het Finstral Magazine
Framing Light: 164 pagina’s met gesprekken, essays en meningen over thema’s rond architectuur in al haar facetten.
Voor bouwwerken aan een beschermd monument moet je ervaring hebben, risico’s durven nemen, onconventionele oplossingen vinden en een sterke visie hebben. En dat is precies wat Thorsten Holch heeft. Deze architect renoveert al meer dan dertig jaar oude gebouwen in het zuiden van Rheinland-Pfalz en redt ze op die manier vaak van afbraak.

Afbeeldingen Jens Weber & Orla Connolly

Thorsten Holch was nog een student toen hij aan zijn eerste renovatieproject begon. Dat was halverwege de jaren tachtig. Hij kwam toen naar Landau om het Dagoberthof te bezichtigen. Eigenlijk was het plan om dit gebouwencomplex uit de jaren vijftig te slopen. Maar Holch dacht daar anders over. Hij zag de barsten in de muur wel, maar vooral ook het onbenutte potentieel. Daarom kocht hij het terrein en begon hij de voormalige basisschool voorzichtig te renoveren. Het was een ontwerp van Johannes Krahn, architect en professor aan de kunstacademie in Frankfurt am Main. Vandaag wonen en werken er zo’n tachtig mensen op het perceel, onder wie ook Thorsten Holch zelf. Intussen heeft de architect talloze herbestemmingsprojecten verwezenlijkt in Landau. Hij maakte een studentenrestaurant van de officiersmess, renoveerde de sluiswoning en de Franse Poort, en toverde de tuin van het militaire hospitaal om tot een woongebied voor jong en oud. En dat zijn slechts een paar voorbeelden. Wanneer er ergens in of rond Landau een afbraak gepland is, kan je er zeker van zijn dat Thorsten Holch van de partij is om zijn eigen oordeel te vormen. Dat hij vaak een andere visie heeft dan de meeste mensen, is een geluk gebleken voor Landau. Al meer dan dertig jaar is Thorsten Holch met zijn bureau Archimedes als bouwheer en architect betrokken bij de ontwikkeling van de stad. Zijn focus ligt daarbij op monumentenzorg en het renoveren van oude gebouwen. Een gesprek over visies, flexibele raamsystemen en ijdelheid.

U hebt in Landau meerdere renovatie- en herbestemmingsprojecten op gang gebracht. Het laatste was het zogenaamde Gleisbogenhaus ...
Thorsten Holch: Ja, dat werd in de jaren 1910 gebouwd als paardenstal voor het Beierse leger. Het terrein van 24 hectare groot waarop het Gleisbogenhaus staat, was in die tijd een cavaleriekazerne. Ook de overdekte manege, die op de monumentenlijst staat en die we in 2018 al renoveerden, hoort daarbij. Het Gleisbogenhaus (spoorbooggebouw) heeft zijn naam te danken aan het feit dat het in een boogvorm langs de spoorweg gebouwd werd. Er bestaan twee zulke gebouwen. Eén daarvan hebben we in 2013 gekocht en omgebouwd tot woningen. Eigenlijk zou het afgebroken worden. Dat het gebouw er nog staat, is te danken aan een initiatief waar ook ik deel van uitmaak. Van de zestig gebouwen die afgebroken zouden worden, konden we er zes redden en het Gleisbogenhaus is daar één van.

Was het de bedoeling om alle kazernegebouwen te slopen?
Zo goed als allemaal. Er stonden tachtig gebouwen en de dienst Monumentenzorg besliste dat alles wat gemaakt was van klinkers en zandsteen, monumentale waarde had en mocht blijven. Over de structuur of het stukje militaire geschiedenis dat dit terrein vertelt, werd niet nagedacht. Simpel gesteld hadden ze voor de gemakkelijke weg gekozen: 54 gebouwen slopen en een nieuw complex neerpoten met een geheel eigen configuratie. Dat is jammer, want zo gaat het unieke karakter van het terrein verloren.

Wordt het Gleisbogenhaus eigenlijk beschermd als monument?
Nee, het Gleisbogenhaus geldt als beschermd stads- of dorpsgezicht. Dat wil zeggen dat we ons voor de vormgeving moesten houden aan bepaalde voorschriften. Zo hebben we bijvoorbeeld overleg gepleegd over de kleur van de ramen en de vorm van de spijlen.

U hebt geprobeerd om de oude structuur en het karakter van het Gleisbogenhaus zoveel mogelijk te behouden ...
Ja, dat was ons doel. Wat we aantroffen, waren onbewerkte zalen met pilaren van gietstaal en een schuur die vroeger als hooi- en strovoorraad diende. Intussen had het Franse leger de gebouwen gebruikt als garages en ze deels verbouwd. Zo werd aan de westkant een muur met ramen volledig opengemaakt en uitgerust met grote poorten voor voertuigen. Die structuur hebben we overgenomen. We planden verticale scheidingen in waar de oude poortopeningen zich bevonden, zodat we 16 rijhuisachtige wooneenheden van 70 tot 120 vierkante meter konden maken. Aan de tuinkant in het westen hebben we de vorm van de oude poorten gebruikt en deze verlengd met een in staal gehulde kubus, een soort van veranda. Aan de oostkant, naar de spoorweg toe, hebben we de vormgeving van de oude ramen aan de bovenkant van de stal behouden door middel van vaste ramen met stalen roeden. Die hebben we samen met Finstral op maat gemaakt. Daaronder hebben we de muur even breed als de ramen opengezaagd en er Finstral-huisdeuren met twee vleugels en een aluminium lijst in geplaatst die de kleur van het staal nabootsen.
De tweede blik.
De architect Al meer dan dertig jaar woont en werkt Thorsten Holch in het Dagoberthof te Landau, zijn allereerste herbestemmingsproject uit de tijd dat hij nog studeerde. Hij is zowel architect als bouwheer en zet zich individueel en via zijn ontwerpbureau Archimedes in voor het behoud van oude gebouwen. Zijn motto: 'nooit ontmantelen en slopen.'
archimedes-landau.de
De tweede blik.
Xylanderstraße 2 Het centraal gelegen oude gebouw aan de Franse Poort werd getransformeerd in een loft met veel licht.
Wat vinden ze er bij de dienst Monumentenzorg of Beschermde stads- of dorpsgezichten van dat u vaak met ramen van kunststof werkt?
Kunststof ramen zijn uit den boze bij Monumentenzorg. Maar ik heb ook geen kunststof ramen geplaatst, maar metalen ramen met een kunststof kern. Dat is een groot verschil. Dat is het bijzondere aan Finstral: de ramen hebben een modulair ontwerp. Zo kan je uiterlijk en functionaliteit afzonderlijk bepalen, maar samen toepassen. Vanbuiten de look van stalen ramen, in het midden een kunststof kern die voldoet aan de strengste functionele voorwaarden, en aan de binnenkant kan je kiezen tussen verschillende materialen.

Ramen zijn altijd een gevoelig onderwerp bij monumentenzorg. Hoe gaat u daar als architect mee om?
Dat hangt volledig van het gebouw af. Voor renovaties heb je individuele oplossingen nodig. In de manege, die een beschermd monument vormt, moest bijvoorbeeld het stalen traliewerk van de oude, grote rondboogramen behouden worden. De oplossing die we met Finstral ontwikkeld en toegepast hebben, bestond erin om de nieuwe ramen als tweede laag te plaatsen achter de originele stalen roeden. Zo bleef vanbuiten het oorspronkelijke uiterlijk behouden, maar vanbinnen konden we voldoen aan alle voorschriften op het vlak van isolatie en geluidswering. Dat kon niet in het Gleisbogenhaus, omdat het oude stalen traliewerk weliswaar nog aanwezig, maar te erg beschadigd was. Toen stonden we voor de vraag: laten we het traliewerk getrouw aan het origineel namaken en vervangen we het, of bestaat er nog een andere en misschien zelfs elegantere oplossing?

Die u dan gevonden hebt ...
Precies. Vanbuiten hebben we met de Ferroline Finstral-ramen de look van stalen ramen met smalle profielen gecreëerd, en vanbinnen zijn we voor alle voordelen van een modern raam gegaan, van de isolatie tot de geluidsdemping. Of anders gezegd: doordat we de spijlen aangepast hebben aan de geometrie van het oude stalen traliewerk, zijn de ramen als het ware zelf stalen traliewerk geworden. In de Xylanderstraße, een van mijn andere renovatieprojecten, hebben we stalen ramen met een stalen paneel geplaatst die tot aan de grond doorlopen. Zoiets kan je bij een andere raamfabrikant niet laten doen. Zeker bij monumentenzorg hebben wij architecten flexibele raamsystemen nodig, een soort blokkendoossysteem. Zo krijg je veel opties bij de vormgeving.

Wanneer is een herbestemming volgens u geslaagd?
Wanneer je kan zien wat het gebouw vroeger was. Het beste is wanneer je de tijd en speelruimte hebt om op de juiste bestemming te wachten. Een voorbeeld daarvan is het huidige stadsarchief aan het station van Landau. Vroeger was dat het spoorwegpostkantoor, met een gigantische lokettenhal op de benedenverdieping en ruime kantoren op de bovenverdieping. Daar hadden we natuurlijk woningen en kantoren van kunnen maken. Maar dan zouden we het gebouw in kleine stukjes opgedeeld en verminkt hebben. Daarom hebben we in eerste instantie niets gedaan. Toen het stadsarchief van Landau een nieuwe locatie zocht, lag de oplossing voor de hand. En we konden het gebouw zo renoveren dat de oude structuur nog volledig zichtbaar is.

Niettemin vraagt een oud gebouw om een nieuwe visie. Waar komt die vandaan?
Dat is moeilijk te zeggen. Veel gebeurt in mijn onderbewustzijn. Ik bezoek het gebouw keer op keer, kijk naar de structuur, zoek details, maak foto’s. Eigenlijk is het een voortdurende dialoog met het gebouw en alle betrokken partijen.

Herbestemming vereist dus in principe meer geduld en meer ervaring...
Ja, je moet er heel wat denkwerk in steken. Je kan niet terugvallen op normen of een productfiche tevoorschijn halen. Dat houdt ook altijd een zeker risico in, zeker voor ons bouwheren, maar als je ervaring hebt, kan je zulke dingen goed inschatten. Het is zoals bij de voorbeelden van de ramen die ik aanhaalde: erg vaak moet je samen naar nieuwe oplossingen zoeken. Daarom is het belangrijk om nauw samen te werken met fabrikanten. Finstral is op dat vlak erg flexibel, ontwikkelt eigen ideeën en kan veel mogelijk maken, omdat ze hun ramen echt helemaal zelf produceren.

Renoveren en een nieuwe bestemming geven stonden lange tijd niet erg hoog aangeschreven ...
Het probleem dat veel architecten hebben met renoveren, is dat ze zich er niet echt mee kunnen identificeren. Het gebouw staat er namelijk al en werd door iemand anders ontworpen. Het is dus ook een kwestie van ijdelheid. Maar die mentaliteit is intussen aan het veranderen. Dertig jaar geleden was ik nog een gek die een oud gebouw kocht en daar woningen van maakte. Intussen zijn ‘grijze energie’ en de zuinige omgang met hulpbronnen alomtegenwoordige kwesties. Op de biënnale van zes jaar geleden ging het al om 'reduce/reuse/recycle', maar het motto kreeg toen niet de aandacht die het verdiende. Dat begint nu pas te komen. De Pritzker-prijs voor Lacaton & Vassal was een belangrijke stap in die richting.

Moeten we leren kijken met een soort 'tweede blik', die het idee achter de afbrokkelende gevel ziet?
Het Dagoberthof in Landau was mijn eerste renovatieproject. Het is de plaats waar ik tot op vandaag leef en werk. Het gebouw was toen in het lichtgroen en strontbruin geschilderd. Mijn eerste impuls was: omdraaien en wegwezen. Toen ik een tweede keer keek, merkte ik de lichtinval op: er waren ramen tot op de grond tussen de afzonderlijke delen van het gebouw die het licht naar binnen haalden, en muren die het reflecteerden. Vervolgens ben ik in het architectuurmuseum het originele ontwerp van architect Johannes Krahn gaan opzoeken: lichtgrijs, gele ramen, betongrijze overstekken ... Wow. En precies dat heb ik er dan ook weer van gemaakt. Vaak worden gebouwen mettertijd verminkt. Dat moet je wegdenken en dan moet je nog eens naar het gebouw kijken. Die tweede blik is cruciaal, die hebben we nodig.
De tweede blik.
Xylanderstraße 1 en 2 Ramen in de Ferro-line-uitvoering combineren de historische stalen look met moderne, goed isolerende raamtechniek.
De tweede blik.
Gleisbogenhaus Ook voor de profielloze Nova-lineraamvleugels van aluminium in de met staal beklede dakkapellen moest voldaan worden aan voorschriften voor de bescherming van het stads- of dorpsgezicht op het vlak van de profielbreedte en de kleur.
Het project in het kort: Gleisbogenhaus
  • Gebouw: voormalige paardenstal, beschermd stads- of dorpsgezicht
  • Opdracht: renovatie en herbestemming
  • Locatie: Landau, Rheinland-Pfalz, Duitsland
  • Bouwjaar: 1910
  • Renovatiejaar: 2021
  • Bebouwde oppervlakte: 1085 m²
  • Architect: Thorsten Holch, Archimedes
  • Finstral-ramen:
    FIN-Project Nova-line
    FIN-Project Nova-line Plus met Nova-middenstuk dat met glas bedekt is
    FIN-Project Ferro-line met Ferro-roeden
    FIN-Project Nova-line Twin met Nova-middenstuk dat met glas bedekt is
    Alle ramen in aluminium-aluminium, vanbuiten en vanbinnen 583 Sablé antraciet
  • Finstral-ramen op de zolderverdieping:
    FIN-Window Nova-line Twin aluminium-kunststof, vanbuiten F91 kiezelgrijs fijne structuur, vanbinnen 45 wit gesatineerd
    FIN-Window Nova-line aluminium-kunststof, vanbuiten F91 kiezelgrijs fijne structuur, vanbinnen 45 wit gesatineerd
  • Finstral-huisdeuren:
    huisdeur met twee vleugels FIN-Door Flat Planar-Planar aluminium-aluminium model 01 optimale geluidsisolatie (-42 dB), vanbuiten 583 Sablé antraciet, vanbinnen F91 kiezelgrijs fijne structuur, stangvormige handgreep 439 van roestvrij staal, deurklink binnenkant 533 van roestvrij staal
De tweede blik.
Gleisbogenhaus detail westkant De 3,5 meter hoge garagepoorten werden getransformeerd in symmetrisch ingedeelde glazen gevels, die de ruimte openen richting tuin. Het middenstuk van de terrasdeur met twee vleugels zit verborgen achter glas.
De tweede blik.
Raamaansluiting Gleisbogenhaus
1 Klassieke inbouw van het raam direct op het metselwerk.
2 Vanbuiten bedekt het pleisterwerk het raam volledig.
3 Aluminium schaal van het vleugelprofiel in de uitvoering Ferro-line met de look van een stalen raam.
4 Aluminium schaal van de opgelijmde glasroeden in de uitvoering Ferro met de look van een stalen raam.
De tweede blik.
F_03 Het Finstral Magazine
Framing Light: 164 pagina’s met gesprekken, essays en meningen over thema’s rond architectuur in al haar facetten.
Nog niet genoeg?
Meer interessante dingen om te lezen vindt u hier.
 
PageConfig.OriginalHttpReferrer: https://finstral.com/fl/magazine/de-tweede-blik/20-4382.html
PageConfig.OriginalQueryString: