Vragen over de ruimte.
Weerspiegelde omgeving – José Pedro Croft’s sculpturen zoeken de dialoog met de architect.
Tekst: Gesine Borcherdt
Definieert men ruimte als kaderrand, dan is uiteindelijk alles ruimte. En alles is eindig. Dat, wat ons omgeeft. Het leven. Wijzelf. Oeps, dat zal existentieel zijn. Ja, en precies dat wil de Portugese kunstenaar José Pedro Croft. Hij kantelt en spiegelt onze omgeving, opent en activeert ze. En vraagt zo naar ons bestaan.
José Pedro Croft wist als kind al, dat hij kunstenaar zou worden. Dat was in de jaren zestig. Portugal was arm en landelijk, en zou het aan de meest westelijke rand van Europa in de zee zijn gevallen, had waarschijnlijk niemand het gemerkt. Maar dan is daar Porto, deze pittoreske vervallen havenstad aan de Atlantische oceaan. Ze ervaart in deze tijd een golf van duidelijke, snelvoetige architectuur, die de stad tot een geweldige omgeving voor moderne architectuur transformeert. Dat is te danken aan Álvaro Siza. In 1958, een jaar na de geboorte van José Pedro Crofts op deze plek, opent hij hier zijn architectenbureau en gaat naar de universiteit. Hij plaatst een rij van minimalistische gebouwen in het landschap, die op bijna magische wijze met hun omgeving versmelten: Een theehuis duikt weg als een platte rots in een rotsachtige kust, sociale gebouwen staan zo elegant in een rij, dat je aan strandhuizen denkt, kantoren, banken en hotels krijgen iets zwevends. Siza’s invloed verslaat golven. Architect, dat is in Porto al snel meer dan alleen een beroep - het is een opdracht, om de blik naar de omgeving te leiden.
Het is deze wereld, die José Pedro Croft van kinds af aan ervaart, omdat zijn vier ooms architecten zijn. “Ik verbleef vaak in hun kantoren, zag de tekeningen en modellen. Dat heeft indruk op me gemaakt”, vertelt hij. “Architectuur maakte voor mij deel uit van de Schone Kunsten. Ik wist meteen, dat ik al mijn tijd en energie aan het onderwerp ruimte wilde wijden - maar als kunstenaar, niet als architect”.
De familie van José Pedro Croft trok al snel naar Lissabon; de droom om kunstenaar te zijn, nam hij mee. Tot vandaag de dag leeft hij hier en maakt hij al veertig jaar lang sculpturen en tekeningen, die slechts één thema kennen: de verkenning van de ruimte. Maar de indruk dat alleen daarin het DNA van architect Álvaro Siza en Croft's ooms steekt, is verkeerd. “Ik kijk naar de wereld als een geheel. Kunst, film en poëzie houden mij net zo veel bezig als landschap en architectuur. Het oude Egypte is voor mij heel belangrijk. De manier waarop men toen met ruimte omging, was zoals conceptkunst - een mentale aangelegenheid”. Ook de sculpturen van de Grieken fascineerden hem, omdat ze op een perfectionistische manier proberen het lichaam en de beweging ervan in de ruimte weer te geven, zoals men bijvoorbeeld bij de beroemde Laocoöngroep ziet. Of de Russische constructivisten, die de ruimte door middel van geometrische abstractie onderzochten. En natuurlijk Brâncuși en Giacometti ... Mijn lijst is oneindig. De verhouding tussen lichaam en ruimte is in de kunst immer elementair”.
Als dat zo is - is het thema dan niet al lang afgehandeld? Vooral, als je zoals José Pedro Croft in de jaren tachtig met kunst begint - een periode, waarin de Amerikaanse minimalisten het ruimtevraagstuk met stalen kisten, koperen platen en neonbuizen reeds tot het uiterste hadden gedreven. “De vragen over vorm, materiaal en hun uitwerking in de ruimte werden nooit beantwoord”, zegt Croft. “Dus moet men altijd doorgaan. Sculptuur werpt vandaag de dag dezelfde problemen op als in de prehistorie. Had Richard Serra zijn stalen wanden geplaatst, wanneer oeroude stenen monumenten de verhouding tussen positieve en negatieve ruimte, overvloed en leegte al hadden opgehelderd?”
Met zulke krachtige materialen heeft José Pedro Croft in ieder geval niet te maken Zijn eenvoudige sculpturen bestaan uit metalen frames, vaak gecombineerd met gekleurd glas. Ze hebben een stabiele uitwerking, maar zijn ook licht, bijna dansend. Ze activeren de ruimte, die hen omringt, die hen omsluit en tegelijkertijd doorlaten en reflecteren. Glas is voor hem een fascinatie. “Het stelt grenzen, maar je kunt er nog altijd doorheen kijken. De grenzen worden door het metalen frame benadrukt, zoals bij een raam”. En glas is ook een spiegel: De kijker ziet zich zelf en tegelijk dat wat achter de ruit gebeurt. “Het glas wordt een bewegend beeld. Binnen een sculptuur is dat tegenstrijdig”.
“Het glas wordt een bewegend beeld. Binnen een sculptuur is dat tegenstrijdig.”José Pedro Croft
Het glas als beeld heeft een bewegende geschiedenis in de kunst. Wie eenmaal heeft ervaren, hoe het zonlicht door kerkramen binnendringt, weet dat gekleurd glas niet alleen zelf levend wordt, maar ook een ruimte op bijna magische wijze kan veranderen. Spiegelingen spelen hier geen rol - het gaat alleen om het mystieke, emotionele moment, waarin de kerk als een hoger wezen oplicht.
Toen José Pedro Croft in 2017 Portugale op de Bïënnale van Venetië vertegenwoordigde en een reeks sculpturen in een tuin aan de Giudecca toonde, waren de glastraditie, de vele kerken en de glinsterende wateren van Venetië niet uit zijn werk weg te denken. Maar de dialoog met de omgeving ging nog verder. Zijn installatie “Uncertain Measure” - een monumentaal raam van rood en blauw glas, gekanteld en als zeilen in zware stalen frames geplaatst - werd zeer dicht bij een nooit voltooid woonproject opgesteld. Een ontwerp uit de tachtiger jaren van niemand minder dan: Alvaro Siza. Voor Croft was daarmee de cirkel rond. “Mijn sculpturen weerspiegelden de structuur van Siza's niet voltooide gebouwen. Ze droegen hun matrix in zich - als memorabilia”.
José Pedro Croft’s constructies hebben inderdaad altijd iets melancholisch, ambivalent, schijnbaar fragiel maar toch krachtig tegelijk. Juist daarom hebben zij iets dat in hen leeft. Ondanks hun reductie zijn ze metaforen voor het menselijk lichaam ende mensen an sich, ze staan voor deze tegenstrijdige mengeling van kracht en kwetsbaarheid. Vrijwel geen ander materiaal dan glas, waarin wij ons spiegelen, dat onze blik opent en dat toch een geheel eigen identiteit bezit, zou dat op zo'n treffende wijze tot uitdrukking kunnen brengen. “Kunst houdt zich altijd bezig met de vraag naar leven en dood”, zegt Croft. “We houden gewoon niet op, om daar over na te denken. Waarom en hoe lang zijn we hier? Wat zal er na ons zijn?” Een antwoord is er niet. Maar wel een manier om deze vragen te omzeilen - door middel van kunst, die voor José Pedro Croft veel meer is, dan wat men ziet.