Ode aan de normaliteit.
Al jarenlang weet de Belgische architectuurwereld te overtuigen met poëtische gebouwen voor het leven van alledag. Toeval of houding?
Auteur: Lisa De Visscher
“In België zijn het momenteel gouden tijden voor de architectuur: er verschijnen nieuwe architecten ten tonele en voortreffelijke ontwerpbureaus komen in aanraking met opdrachtgevers en omstandigheden die hen doen uitblinken, in zowel binnen- als buitenland”, schreef Paul Finch, de redacteur van The Achitectural Review, in 2018 in een nummer volledig gewijd aan België. Een jaar later volgde Architecture d’Aujourd’hui met het nummer ‘Belgique, une architecture negociée’. “Belgische architecten beheersen de kunst van het palimpsest even goed als het budget van hun projecten”, aldus hoodredactrice Emmanuelle Borne. “Tussen geschiedenis en verhaal, tussen lef en meesterschap staat de Belgische scene tegenwoordig garant voor kwaliteit, menselijkheid en poëzie.” Het laatste decennium wordt de kwaliteit van hedendaagse architectuur in België sterk gewaardeerd in binnen- en buitenland. De meest tastbare bewijzen hiervan zijn de talrijke publicaties en de verschillende prijzen, zoals bijvoorbeeld voor het project Unless Ever People van De Vylder Vinck Taillieu architecten in samenwerking met BAVO en Filip Dujardin, dat de Zilveren Leeuw won op de architectuurbiënnale in Venetië in 2018.
De redenen hiervoor liggen niet zomaar voor de hand. Het gaat erom, zoals Paul Finch al aanhaalde, om de juiste omstandigheden. Een combinatie van goed opdrachtgeverschap, inspirerend en vernieuwend onderwijs, een positieve economische conjunctuur, een stimulerend architectuurbeleid en uiteraard genoeg lokaal talent. Vooral de evolutie van het beleid wierp op kwalitatief vlak vruchten af. Zo werd eind vorige eeuw de eerste Vlaamse Bouwmeester aangesteld, een onafhankelijke kwaliteitsbewaker voor publieke gebouwen in Vlaanderen. In zijn kielzog werd ook het Vlaams Architectuurinstituut opgericht, waar architectuurcultuur een platform, een vitrine en ondersteuning geniet. Beide groeiden uit tot belangrijke actoren die de omstandigheden creëren voor kwalitatieve architectuur. Ondertussen volgden de Cellule architecture voor de Franstalige gemeenschap, een Bouwmeester voor het Brussels Gewest, verschillendestadsbouwmeesters en het ICA-WB, een centrum voor architectuurcultuur in Franstalig België.
Dankzij vernieuwende (selectie)procedures voor wedstrijden, pilootprojecten en ontwerpmatig onderzoek werden instrumenten ontwikkeld waarbij kwalitatieve projecten ondersteund werden en die jonge architecten een kans gaven publieke opdrachten binnen te halen. Maatschappelijke thema’s zoals de limaatverandering, herbestemming, circulaire economie en de energietransitie staan hierbij hoog op de agenda. Ondertussen konden al verschillende generaties architecten zich ontwikkelen en een œuvre uitbouwen in dit vernieuwende architectuurklimaat. Een kleine selectie wordt hier voorgesteld aan de hand van een aantal projecten.
Wat maakt de Belgische architectuur zo bijzonder? Waarin onderscheidt ze zich? En hoe is het mogelijk om tegelijkertijd pragmatisch en poëtisch te bouwen? Zes Belgische architectenbureaus in een kort interview.
Afbeelding boven: © Delphine Mathy